Korte beschrijving wet- en regelgeving

Voor het kweken van Insecten is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de wetgeving in Europa en Nederland en België. Op deze pagina is een overzicht van Europese, Nederlandse en Belgische wet- en regelgeving waaraan de insectensector zich dient te houden weergegeven. Alle informatie over Europese wet- en regelgeving komt af van ipiff.org. Afhankelijk van het doel waarvoor je insecten kweekt, moet je je aan verschillende wet- en regelgeving houden. Per onderwerp worden de wetgeving en regelgevingen kort toegelicht met een externe link naar de wet- en regelgeving. De Europese wetgeving noemt de voorwaarden waar exploitanten van levensmiddelen- en diervoederbedrijven, zoals insectenproducenten, aan moeten voldoen om hun producten in de Europese Unie te produceren en op de markt te brengen. Als insectenkweker ben je verantwoordelijk voor het waarborgen van de veiligheid van door jouw op de markt gebrachte producten. Voor een insectenkweker is het dan belangrijk om registratie en/of goedkeuring te hebben voor de activiteiten, voordat de nationale autoriteiten hygiëne standaarden vaststellen, die moeten worden toegepast in verschillende stadia van de productie.

Humane en diervoeding

Voor humane en diervoeding is een algemene wet opgesteld waarin de basis voor een hoog beschermingsniveau ligt voor de volksgezondheid van de consument met betrekking tot levensmiddelen. In de wet worden regelingen en procedures besproken ter onderbouwing van de besluitvorming op het gebied van voedsel- en diervoedingsveiligheidsaangelegenheden. De wet behandeld algemene beginselen inzake levensmiddelen en diervoeders en de voedsel- en diervoedingsveiligheid in het bijzonder. De wet richt zich op toepassing van alle stadia van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen en diervoeders. Wilt u meer informatie over deze wet? Zie Verordening (EU) 178/2002.

Losstaand van de algemene wetgeving voor humane- en diervoeding is er voor beide sectoren een wet over hygiëne maatregelen voor de productie van humane- en diervoeding.

In de wet Verordening (EU) 852/2004 worden de algemene hygiënevoorschriften op het gebied van levensmiddelen voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven vastgesteld.

Humane en diervoeding

Voor diervoeding is dit Verordening (EU) 183/2005. In deze verordening worden algemene voorschriften voor diervoedingshygiëne, traceerbaarheid van diervoeding en erkenning en registratie van bedrijven behandeld. In de verordening wordt ook gemeld dat als een insectenkweker wil kweken voor diervoeding geregistreerd moet zijn als exploitanten van diervoedingsbedrijf voor hun nationale bevoegde autoriteiten.

Sinds september 2021 zijn de mogelijkheden om insecteneiwitten te voeren aan bepaalde diersoorten, dankzij de opheffing van de EU-regels voor diervoeding verboden. Door Verordening (EU) 2021/1372 zijn insecten eiwitten toegestaan in varkens en pluimvee voer, daarnaast zijn insecten ook toegestaan in pet food en pelsdieren (bron: https://ipiff.org/insects-eu-legislation/)

Insecten en hun producten, uitgezonderd levende insecten, voor in diervoeding worden volgens de EU-wetgeving beschouwd als dierlijke bijproducten. Dit zijn producten van dieren die niet bedoeld zijn voor humane consumptie. Deze benaming brengt een aantal verplichting met zich mee voor producenten, die benoemd worden in Verordening (EU) 1069/2009 en Uitvoeringverordening (EU) 142/2011.

Insectenproductie

Wanneer u insecten wilt kweken moet u dit doen volgens de EU-omgevingswetgeving. Met name Verordening (EU) Nr. 1143/2014 beperkt de insectensoorten die in aanmerking komen voor landbouwdoeleinden, d.w.z. het opstellen van een lijst van ‘invasieve uitheemse soorten’. Het doel van deze wet is het voorkomen van de introductie in het milieu van insectensoorten die een bedreiging kunnen vormen voor de omliggende biodiversiteit of ecosystemen, in het geval van accidenteel vrijkomen van gekweekte insecten. Lees meer over de wet in Verordening (EU) 1143/2014 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1141.

Vanuit de EU is er geen wet voor ongewervelde dieren op het gebied van dierenwelzijn. Insectenkwekers hoeven dus niet te voldoen aan enige EU wet- en regelgeving op het gebied van dierenwelzijn. Dat wil niet zeggen dat het dierenwelzijn van insecten niet belangrijk is, daarom heeft IPIFF een artikel gepubliceerd over dierenwelzijn in insecten productie.

Europese beleidmakers hebben belemmeringen ontwikkeld voor diervoeding, die voor landbouwhuisdieren gelden. Deze belemmeringen gelden ook voor insecten voor humane consumptie en diervoeding.

Een voorbeeld is dat insecten alleen gevoerd mogen worden met materiaal van plantaardige afkomst. Hoewel er enkele uitzonderingen zijn voor materiaal van dierlijke oorsprong zoals: melk, eieren en hun producten honing, gesmolten vet en bloedproducten van niet-herkauwers. Het voeren van landbouwhuisdieren met slachthuizen afval, mest, keukenafval, supermarkten en voedingsindustrie afval is verboden als deze vlees of vis bevatten.

Daarnaast hebben insectenkwekers de verplichting om de insecten in goede gezondheid te houden, zodat ook de verspreiding van ziektes wordt voorkomen. De wet die ook wel de ‘EU Animal Health Law heet behandeld deze onderwerpen. Lees hier meer over deze wet Verordening (EU) 2016/429

Import van insecten

Producten die insecten of producten van insecten, als humane voeding of diervoeding, willen importeren naar de Europese Unie moeten voldoen aan vergelijkbare of gelijkwaardige normen die vastgelegd zijn in de Europese wetgeving (zie hiervoor kopje humane- en diervoeding). Het importeren van insecten als diervoeding is al geregeld binnen een bestaande wetgeving, er zijn regels over diervoeding veiligheid, substraten als voer voor insecten, hygiëne, traceerbaarheid en productievereisten. Daarnaast is invoer in de EU van insecten-PAP (processed animal protein) en van behandelde insecten, maar geen verwerkte insecten (bv. Bevroren insecten) als diervoeder alleen toegestaan als ze afkomstig zijn uit derde landen zoals aangegeven in deel 1 van bijlage XIII of deel 1, sectie A van bijlage XV van Verordening (EU) 2021/404, indien ze voorzien zijn van een gezondheidscertificaat, in overeenstemming met het voorbeeld gezondheidscertificaat dat is vastgelegd in hoofdstuk Ia van bijlage XV bij Verordening (EU) 142/2011. Naast de daar genoemde derde landen is het ook toegestaan om producten uit Albanië, Algerije of El Salvador in te voeren (mits voorzien van gezondheidscertificaat).

Insecten frass is een andere naam voor de mest van de larven van insecten. Op 29 november 2021 is er een wetgeving geadopteerd op het gebied van frass, Verordening (EU) 2021/1925. De wetgeving reguleert de productie en placering van de Europese markt van insecten frass. IPIFF heeft ook een factsheet ontwikkeld over insecten frass.

Insecten frass

Nederlandse voedsel en waren autoriteit (NVWA)

Vlag Nederland

NVWA en insecten voor humane consumptie
De Nederlandse voedsel en waren autoriteit (NVWA) is in Nederland verantwoordelijk voor toezicht houden op veilig en hygiënische productie van insecten als voedsel. Als u insecten wilt kweken en verkopen voor humane consumptie, dan bent u verplicht om zich te registeren als levensmiddelenbedrijf bij de NVWA. Momenteel is dit de enige herkenning die u bij de NVWA hoeft aan te vragen, hier kan in de toekomst verandering in komen omdat insecten dierlijk eiwit bevatten, een erkenning kan hiervoor nodig zijn in de toekomst.

Bedrijven binnen Nederland hadden tot 1 januari 2020 de tijd om een aanvraag in te dienen bij de Europese Commissie om insecten te verhandelen, deze periode is over en nog niet alle aanvragen zijn beoordeeld. Vandaar dat nu de volgende voorwaarden gelden:

Er is marktoegang aangevraagd door of namens u/uw bedrijf voor het insect dat u wilt verhandelen.
U verhandelde het insect al vóór 1 januari 2019.

Wilt u meer weten over het aanvragen van markttoegang? De procedure hiervoor staat beschreven in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2469.

Producenten van insecten voor menselijke consumptie dienen te voldoen aan de eisen die gelden voor levensmiddelenbedrijven. Daarnaast heeft de NVWA afspraken gemaakt met VENIK over het op de markt brengen van insecten. De insecten moeten voor de verkoop verhit worden en het etiket moet informatie bevatten over allergieën. Hoe de NVWA hier op controleert is beschreven in Verordening (EG) 882/2004.

Voor meer informatie over insecten als humane voeding en de NVWA, klik hier.

NVWA en insecten voor diervoeders
Als u insecten voor diervoeding wilt kweken en verkopen heeft u een registratie en erkenning nodig bij de NVWA. Voor het verhandelen van insecten voor dierlijke consumptie moet u zich bij de NVWA registeren als diervoederfabrikant. Daarnaast is het ook van belang dat u een erkenning aanvraagt als fabrikant van dierlijke bijproducten. Meer informatie voor het aanvragen van een registratie en erkenning vindt u hier.

Dieren op de productielijst (RVO)

In Nederland mag het houden van productiedieren alleen als het hun welzijn en gezondheid niet benadeelt en als de het geen risico vormt voor mensen. Productiedieren worden gefokt of gehouden voor de productie van dierlijke producten zoals melk, vlees, eieren, wol, huiden, pelzen of andere producten. Niet alle dieren mogen worden gehouden voor hun producten. Vandaar dat in de wet Dieren een productiedierenlijst is opgenomen.

Op de productiedierenlijst staan de soorten die mogen worden gehouden of gefokt voor de productie van dierlijke producten. Als een dier niet op de lijst staat mag er niet mee worden gefokt en het houden voor productie is dan ook niet te gestaan. Voor dit verbod kan een ontheffing worden aangevraagd.

Nu is het goede nieuws dat een aantal insecten al de lijst voor productiedieren staan! Zo staan onder andere de huiskrekel, treksprinkhaan en meelworm op de lijst. Een insect dat er niet op staat is de Black Soldier Fly, voor dit type insect moet dus ontheffing worden aangevraagd. Ontheffing aanvragen moet via de Rijksdienst voor Ondernemen (RVO). Wilt u meer weten over de lijst of ontheffing aanvragen?

Meer weten over welke insecten op de lijst voor productiedieren staan?

Een groot aantal insecten staan op de lijst voor productie te houden dieren. De vraag is natuurlijk hoe kunnen wij andere insecten aan deze lijst toevoegen. Dit wordt beschreven in een rapport van de WUR genaamd: Toelatingsprocedures voor insecten als mini-vee. In dit rapport heeft Wageningen Universiteit, in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, een toetsingskader op te stellen voor het plaatsen van nieuwe insectensoorten op de lijst. Het uitgangspunt van het rapport is dat de verschillen tussen insecten en gewervelde dieren wetenschappelijk worden onderbouwd en hoe deze verschillen in beschouwing worden genomen bij het toevoegen van nieuwe insecten aan de lijst. Het rapport resulteert in een adviesrapport voor een toelatingsprocedure voor insecten om toegelaten te worden op de lijst voor productie te houden dieren. Het volledige rapport is hier te vinden.

Toelatingsprocedure
voor insecten
als mini-vee

Dierenwelzijn

RDA Zienswijze
De ontpopping van de insectensector – ongewervelden als productiedier 

Steeds meer partijen, van investeerders tot consumenten, raken betrokken bij de grootschalige productie van insecten. Dat roept maatschappelijk relevante vragen op over deze nieuwe veehouderijsector. Vaak blijkt echter dat er nog onvoldoende praktische en wetenschappelijke informatie beschikbaar is om sluitende antwoorden te geven. Vandaar dat de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) in deze zienswijze de belangrijkste maatschappelijke vragen inventariseert. Het doel is om de belangen van mens, dier en milieu bij deze snel groeiende nieuwe sector in kaart te brengen, en zo een beeld te geven van een eventuele behoefte aan aanvulling van beleid, wetgeving en kennis. Daarvoor is gebruik gemaakt van de zestien maatschappelijke waarden uit de zienswijze “One Health, een afwegingskader beleidsbeslissingen” van de Raad (2015).

In de wet dieren staan de intrinsieke waarde van het dier centraal. Dit houdt in dat dieren een eigen waarde hebben. Dierenwelzijn gaat over de kwaliteit van het leven van dieren. Als het mogelijk is staat in de wet dieren doelschriften en in sommige situaties middelvoorschriften. Doelschriften geven aan welk doel u moet bereiken. Middelvoorschriften omschrijven hoe u het doel moet bereiken. Met doelvoorschriften maakt u keuzes over hoe u het doel wilt bereiken. Het is daarbij belangrijk dat het welzijn en gezondheid van het dier voldoende is, maar ook op elk moment gewaarborgd is. In de Wet dieren is daarom niet voor elke situatie uitgelegd wat wel en niet mag. Meer informatie over de wet dieren is hier te vinden. De volledige wetgeving kan hier worden geraadpleegd.

Wet dieren

Factsheets

Edible insects on the European market

Edible insects on the European market

PDF

An overview of the European market of insects as feed

An overview of the European market of insects as feed

PDF

Factsheet on insect frass

Factsheet on insect frass

PDF

Ensuring high standards of animal welfare in insect production

Ensuring high standards of animal welfare in insect production

PDF

Edible insects and human nutrition

Edible insects and human nutrition

PDF

A glimpse of a modern insect farm

A glimpse of a modern insect farm

PDF

Edible insects have the potential to reconnect the agri-food chains

Edible insects have the potential to reconnect the agri-food chains – from ’farm to fork’ and beyond

PDF

The nutritional benefits of insects in animal feed

The nutritional benefits of insects in animal feed

PDF

Duurzaamheid in de Insectensector

Duurzaamheid in de Insectensector

PDF

HACCP

HACCP

PDF

Federaal Agentschap voor de veiligheid
van de voedselketen (FAVV)

Vlag België

Op de website van de FAVV staat meer informatie over het kweken en verhandelen van insecten voor humane consumptie.

Wetgeving
De FAVV verwijst naar Verordening (EU) 2019/625, volgens deze verordening zijn insecten: ‘voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen die bestaan uit, geïsoleerd zijn uit of vervaardigd zijn uit insecten of delen daarvan, met inbegrip van alle levensstadia van insecten, en die in voorkomend geval zijn toegelaten overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 en worden vermeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470.’

Volgens de Europese Novel Foods Verordening (EU) 2015/2283 worden de levensmiddelen op basis van insecten en de gehele insecten bij gebrek aan bewijsmateriaal van een gebruiksgeschiedenis beschouwd als “novel foods”. Met als gevolg dat op Europees niveau een toelating als “novel food” moet worden aangevraagd voordat insecten gebruikt mogen worden voor de handel in humane consumptie.

Doordat er onzekerheden waren op het gebied van toepassing van de (oude) novel food wetgeving, werd door de Belgische overheid een aantal hele insecten voor humane consumptie toegelaten. In dit geval ging het om insecten die tot soorten behoren waarvan de voedselveiligheid is geëvalueerd in het gemeenschappelijk advies SciCom 14-2014 en HGR nr. 9160.

In 2018 is het tolerantiebeleid voor insecten vergroot, naast insecten die al geaccepteerd waren, worden insecten waarvoor een aanvraag tot goedkeuring voor novel food geaccepteerd. In 2020 werd tijdens een rechtszaak in België geconcludeerd dat insecten niet onder Verordening (EG) Nr. 258/97 vallen. Door deze beslissing is het tolerantiebeleid opgeheven en vervangen door de overgangsmaatregelen in Verordening (EU) Nr. 2015/2283.

De overgangsmaatregelen worden beëindigd wanneer de Europese Commissie een beslissing heeft genomen over de toelatingsaanvraag.

Beleid
Doordat hele insecten onder de novel food wetgeving vallen mogen volgens de overgangsmaatregelen in de handel worden gebracht totdat er een besluit is genomen over de toelatingsaanvraag als novel food onder de volgende voorwaarden:

Hele insecten en producten ervan legaal in de handel waren voor 1 januari 2018.
Toelatingsaanvraag voor novel food uiterlijk voor 1 januari 2019 ingediend waren.

De overgangsmaatregelen gelden dus alleen voor hele insecten en voor toepassingen die zijn opgenomen in toelatingsaanvragen. Het is daardoor belangrijk om rekening te houden met het soort insect en ontwikkelingsstadium, maar ook de technologische behandeling en categorieën van producten.

Meer informatie over het Belgische beleid is hier te vinden.

Per provincie wordt een tipje van de sluier geven over hoe de provincie een bijdrage wil leveren aan duurzame en/of circulaire landbouw of de eiwittransitie. Als (startende) insectenkweker is het interessant om een bijdrage te leveren aan de doelstelling van de provincie waar je bedrijf gevestigd is.

Informatie beleid provincie

Noord-Brabant

Vlag NoordBrabant

De provincie Noord-Brabant verwacht in 2040 koploper te zijn in diverse duurzame producerende ketens en zijn er systemen die een positieve bijdrage leveren aan gezondheid, leefomgeving, klimaat, biodiversiteit, dierenwelzijn en verdienvermogen van agrariërs. Ze willen kiezen voor slimme, circulaire en slagvaardige bedrijven die een goede basis vormen voor een innovatief en hoogwaardig ecosysteem van bedrijven en partners. De provincie Noord-Brabant heeft een toekomstbeeld voor 2040 geschetst met de volgende uitgangspunten:

  • Slimme, circulaire en slagvaardige agrarische bedrijven
  • Een innovatief en hoogwaardig ecosysteem van bedrijven en partners
  • Biologische en landschap inclusieve landbouw, landschap en natuur
  • Kringlooplandbouw

De provincie heeft de verwachting dat insectenteelt in 2040 een vlucht heeft genomen. Ze verwachten dat de insecten in de toekomst deel uitmaken van ons voedingspatroon. In Nederland zijn we het niet gewend om insecten te eten maar door gelijke acceptatie is de verwachting dat in 2030 tot 390 miljoen mensen insecten consumeren. Dit is een goed vooruitzicht want insecten spelen een belangrijke rol in de eiwittransitie. Insecten zijn een hoogwaardig en voedzaam eiwit dat vrijwel niet afhankelijk is van land en water. Om de sector te laten groeien is het van belang dat er een eerlijk verdienmodel is en het kweken van insecten een alternatief kan vormen voor stoppende agrariërs.

Landelijk is er een streven om de huidige balans van 65% dierlijk eiwit en 35% alternatief eiwit (waaronder insecten) in ons voedingspatroon te verschuiven naar respectievelijk 40% en 60% in 2030. Dit kan bereikt worden door in te zetten op een aantrekkelijker aanbod van alternatieve eiwitten, dit zal voor een verbetering zorgen van het huidige productenaanbod en ontwikkeling van nieuwe product-markt combinaties.

Zeeland

Vlag Zeeland

De provincie Zeeland noemt de eiwittransitie ook wel het bevorderen van de transitie naar een volhoudbare landbouw, komend uit het ambitiedocument van ‘Samen werken aan het Zeeuwse platteland’. De volgende uitgangspunten zijn hierbij van belang:

  • In Zeeland worden er peulvruchten geteeld die als eiwitbron kunnen dienen. Deze teelten brengen rust in de bodem en zorgen voor stikstofbinding en een minimale input van middelen
  • Het is de wens om projecten en initiatieven te ondersteunen die telers helpen en voorlichting bij de teelt van vlinderbloemigen
  • Een succesvolle teelt vraagt om toename in afzet van een product, daarvoor is een keten brede aanpak van belang
  • Het is van belang om regionale keten voor zowel humane eiwitconsumptie als veevoertoepassingen te ontwikkelen

Om de bovenstaande uitgangspunten te behalen heeft de Provincie Zeeland opdracht gegeven aan bureau FDZ (FoodDelta Zeeland) om een ambitie, strategie en actieplan op te stellen. Bureau FDZ is hiermee aan de slag gegaan en verwacht de volgende resultaten:

  • Het tot stand komen van een structureel, betrokken en actief Zeeuws Protein Cluster van minimaal 20 deelnemers met een aansluiting bij The Protein Cluster. Voornamelijk bedrijven, kennisinstellingen en overheden gericht op het thema eiwittransitie zullen hier aan deelnemen
  • Op korte termijn praktische business-resultaten tonen van eerste bijeenkomsten en activiteiten binnen het Zeeuws Protein Cluster
  • Ambitie weergeven voor wat er een aantal jaar willen bereiken voor een Zeeuw innovatieprogramma in (inter)nationale context. Daarnaast zorgen voor een overzicht van kansen in de eiwittransitie in het Zeeuwse foodcluster met een overzicht van (inter)nationale initiatieven
  • Beginselen van een innovatieprogramma waarin bestaande initiatieven en toekomstige projecten worden meegenomen. Dit zorgt voor een overzicht van lopende eiwittransitie initiatieven in Zeeland
  • Nationale en internationale zichtbaarheid en profilering van Zeeland als innovatiegebied voor eiwittransitie

Limburg

Vlag Limburg

De provincie Limburg noemt niet specifiek insecten in hun toekomstvisie, maar dat wil niet zeggen dat ze onderdeel kunnen uitmaken van circulaire economie in Limburg. De provincie Limburg wil toewerken naar een circulaire economie door een bijdrage te leveren aan het doel van het rijk: 50% circulair in 2030 en 100% circulair in 2050. Om dit te bereiken heeft de provincie Limburg de volgende (hoofd)doelen opgesteld:

  • Vermindering van het gebruik van nieuwe grondstoffen en zoveel mogelijk reststoffen hergebruiken als nieuwe grondstof
  • Het verder terugdringen van CO2-emissies via circulaire productieprocessen
  • Circulair ondernemerschap en werkgelegenheid steviger verankeren en uitbouwen door het stimuleren van nieuwe circulaire innovaties en toepassingsmogelijkheden in Limburg
  • Het verankeren van het circulaire kennisniveau in samenwerking met onze Limburgse onderwijs- en kennisinstellingen
  • Het actief uitdragen van de circulaire boodschap’ naar zowel burgers, gemeenten, bedrijven en intermediaire organisaties, en hen engageren om hier actief werk van te maken en dit zelf vanuit onze voorbeeldrol ook te doen
  • Het benutten van de nationale en Europese fondsen en agendas om de Limburgse en euregionale proposities verder uit te bouwen

De provincie verwacht hiermee een blijvende en impactvolle bijdrage te leveren aan werkgelegenheid, innovatie en toegevoegde waarde voor Limburg.

Een concreet voorbeeld is dat ze varkensvoer op circulaire basis willen produceren. De samenstelling van een 100% circulair rantsoen voor varkens, kan bijdrage aan een duurzame dierlijke eiwitketen. Volgens de provincie is het rantsoen dan gebaseerd restproducten uit de levensmiddelenindustrie, akkerbouwteelt en restanten van humane consumptie. Met het gevolg dat er geen primaire grondstoffen meer nodig zijn en duurzaamheid en gezondheid erop vooruit gaan.

Gelderland

Vlag Gelderland

Provincie Gelderland heeft met een aantal andere bedrijven en organisaties een consortium gevormd. In dit consortium zitten onder andere FoodValley en Wageningen Universiteit & Research en ze hebben de volgende ambitie vastgesteld: Samen werken aan de meest baanbrekende innovaties in landbouw en voedsel voor een duurzame en gezond toekomst. Daarbij zetten ze in op:

  • Toegepaste kennis en innovaties die het verschil gaan maken op maatschappelijke vraagstukken
  • Het versterken door grensverleggende onderzoek op bepaalde thema’s
  • Ondersteunen door middel van een vestigingsklimaat, waardoor het beste talent en bedrijven aan de regio worden gebonden

Ze willen de ambitie realiseren door op 4 thema’s in te zetten, eiwittransitie, circulaire landbouw, gezonde voeding en slimme technologie en digital. Voor de insecten sector zijn de thema’s eiwittransitie, circulaire landbouw en gezonde voeding het interessants. Binnen deze thema’s heeft het consortium doelen gesteld die ze willen behalen in 2030:

Eiwittransitie:

  • Dierlijke eiwit consumptie in Nederland gedaald met 35% en de totale eiwit consumptie is 5% gedaald ten opzicht van 2016

Circulaire landbouw:

  • In de primaire productie is de mineralenkringloop voor 95% gesloten
  • De inzet van smart farming (precision farming, genomics, sensor/IT/AI) zorgt voor een reductie van 50% op het gebied van water, energie gebruikt en input t.o.v. 2010. Kennis en hardware van smart farming wordt exportproduct van Nederlandse bedrijven

Gezonde voeding:

  • 2 jaar langer leven in goede gezondheid door gezonde voeding t.o.v. 2010
  • Het verlagen van voedselverspilling in de keten en bij de consument

Groningen

Vlag Groningen

De provincie Groningen heeft het Programma Duurzame Landbouw 2020-2024 gestart. In het programma beschrijven ze een nieuwe route naar natuur inclusieve kringlooplandbouw. De weg hierna toe is echter nog erg onzeker. De Provincie Groningen wil deze route in 2030 volledig uitgewerkt hebben.

Een aantal ambities om deze route uit te werken zijn:

  • Voor de route naar natuur inclusieve en biologische kringlandbouw zijn sprongen gemaakt op het gebied van stikstofefficiëntie
  • Lange termijn oplossing beschikbaar voor het stikstofdossier
  • Een Agro-Food programma ontwikkeld gericht op de verwaarding van eiwitten

Zuid-Holland

Zuid-Holland

De Provincie Zuid-Holland wil 100% circulair zijn in 2050. Om dit doel te behalen zijn veranderingen  nodig op lange termijn. De veranderingen zullen leiden naar nieuwe maatschappelijke structuren, instituties, netwerken, opvattingen en praktijken. De Provincie Zuid-Holland is hierin de opdrachtgever, verbinder en aanjager binnen de volgende thema’s: bouw, groene grondstoffen en voedsel, maakindustrie en kunststoffen. De Provincie heeft vijf actielijnen opgesteld om de eerdergenoemde thema’s te ondersteunen:

  • Aanjagen netwerken en ketensamenwerking
  • Kennis en innovatie ontwikkelen en delen
  • Actualiseren beleid en regelgeving
  • Inrichten fysieke leefomgeving
  • Inkoop en aanbesteding

De thema’s en actielijnen gaan de Provincie Zuid-Holland helpen naar de transitie 100% circulair Zuid-Holland in 2050.

Meer informatie is hierover is te vinden op: circulair.zuid-holland.nl

Naast het onderwerp circulaire economie, is voor de provincie onderzoek naar de eiwittransitie van belang. Op het gebied van eiwittransitie vinden snelle ontwikkeling plaats op het gebied van alternatieve eiwitten. Denk hierbij aan zeewier, algen en insecten. Het gebruik van plantaardige eiwitten wordt steeds meer zoals in vleesvervangers en kweekvlees. In vergelijking met dierlijk eiwit hebben plantaardig eiwit minder milieubelasting en is het meteen ook ruimtebesparend. De eiwittransitie bied kansen voor duurzaamheid en nieuwe verdienmodellen. Technologische oplossingen spelen een belangrijke rol in productie van plantaardige eiwitten. In de provincie Zuid-Holland vind het innovatieprogramma AgriTech plaats om onderzoek te doen naar de kansen voor de eiwittransitie.

Friesland

Friesland

De Provincie Friesland wil dat de Landbouw van de Provincie Friesland in 2030 het volgende beeld heeft: gezonde bodem, gezond eten, werken en leven. Ieder type landbouw in Friesland zet stappen naar een meer natuur inclusieve kringlooplandbouw. Om dit te bereiken heeft de Provincie de volgende thema’s voor 2030 vastgelegd:

  • Een maximaal toegevoegde waarde voor lokale ketens
  • Efficiëntie en duurzaamheid voor de wereldmarkt
  • Nieuwe vormen van agrarische diensten en producten
  • Het versterken van agrarisch ondernemerschap
  • Productiewaarden versterken door kennis en innovatie
  • Waarde toekenning vanuit gebiedswaarden, biodiversiteit en grondgebondenheid

Actieplan Landbouwagenda

Utrecht

Vlag Utrecht

De provincie Utrecht neemt deel aan de Regio Deal FoodValley. Regio Deal FoodValley wil nieuwe vormen van landbouw stimuleren, vergroten van bewustwording over gezonde voeding onder de mensen en een impuls voor ontwikkeling van nieuwe kennis. Het uiteindelijke doel wat ze hiermee willen bereiken is een versnelling van de transitie naar een duurzaam en gezond voedselsysteem. Het zou voor de sector natuurlijk mooi zijn als Insecten hier onderdeel vanuit maken!

Noord-Holland

Vlag Noord-Holland

De provincie Noord-Holland noemt de transitie van minder dierlijk naar meer plantaardig eiwit een grote uitdaging. Maar het is noodzakelijk, omdat dit een manier is om de groeiende en qua eetgedrag veranderde wereldpopulatie op een duurzame wijze te voorzien van voldoende voedsel.

De overheid heeft in 2020 een Nationale Eiwitstrategie (NES) gepubliceerd en wil daarmee de Europese afhankelijkheid van import van eiwitrijke gewassen verminderen. Hiervoor heeft de overheid de volgende doelen opgesteld:

  • Meer eiwitrijke gewassen telen
  • Meer eiwitten uit bronnen halen zoals algen, zeewier en insecten
  • Meer eiwitten halen uit reststromen

Het beleid van de provincie Noord-Holland, voedselvisie 2020-2040, sluit goed aan op de NES van de overheid. In het voedselvisie programma zijn er 3 thema’s gericht op eiwitten: regeneratieve landbouw, kringlooplandbouw en korte ketens.

De eiwittransitie is een verschuiving productie en consumptie van dierlijke eiwitten naar alternatieve eiwitten. Alternatieve eiwitbronnen worden onderverdeeld in drie categorieën door de provincie:

  • Eiwitten geteeld op het land of in de zee (plantaardig en zeewier)
  • Eiwitten geproduceerd op industriële wijze (schimmels, algen en kweekvlees)
  • Eiwitten op basis van insecten

Flevoland

Vlag Flevoland

De provincie Flevoland werkt samen met de provincies Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant op het gebied van plantaardige eiwitten. De samenwerking heeft als doel synergie en versnelling van initiatieven. Voor de samenwerking is het opbouwen en uitwisselen van kennis en praktijkervaring belangrijk, maar ook het aanjagen van innovaties en nieuwe verdienmodellen. Provincie Flevoland heeft het initiatief genomen om samen met andere provincies en het rijk, ondernemers, opleidingen en onderzoek & ontwikkeling, invulling te geven aan de Nederlandse ambitie van het Europese Eiwitplan.

Het verkennen van nieuwe groene eiwitbronnen is een thema dat hierin belangrijk is. Naast het vergroten van een diversiteit aan soorten en variëteit binnen soorten, is het belangrijk om alternatieve ontwikkeling te ondersteunen. Hierbij denken ze aan zij- en reststromen, alternatieve eiwitbronnen zoals suikerbiet, aardappelen, bonen, insecten, zeewier, algen, schimmels of ontwikkelingen en innovaties in samengestelde producten.

Provincie Flevoland is actief partner en betrokken bij Green Protein Alliance en werkt actief samen met Transitie Coalitie Voedsel. In het kader van het ontwikkelen van een gezamenlijke nationale eiwitambitie heeft de provincie voor de eerdergenoemde samenwerkingen gekozen.

Overijssel

Vlag Overijssel

De provincie Overijssel stimuleert een duurzame en toekomstbestendige landbouw. De provincie is hiervoor onderdeel van het Agro & Food programma. Het budget voor het programma is 6 miljoen euro. Overijssel wil agrariërs steunen bij de overgang naar kringlooplandbouw. Kringlooplandbouw moet zorgen voor een manier van produceren en ondernemen die meer in evenwicht is met de natuur. Een belangrijke voorwaarde is wel dat agrariërs een goede bron van inkomen hebben. Dit is alleen mogelijk de hele voedselketen, van agrariër tot en met de consument bij de overgang betrokken is.

Drenthe

Drenthe

In het Coalitieakkoord ‘Drenthe, mooi voor elkaar’ heeft de provincie een aantal standpunten opgesteld die belangrijk zijn voor de toekomst van de landbouw:

  • Combineren van verschillende functies zoals water, duurzame landbouw, natuur, vrijetijds-economie, energie en klimaat is van belang
  • Landbouw blijft voor Drenthe een belangrijke pijler in het kader van landschap, werkgelegenheid en (voedsel)productie. Ze willen inzetten op een toekomstgerichte landbouw, waarbij transitie nar de kringloop-/circulaire landbouw ook moet bijdragen aan stikstofreductie

Specifieke maatregelen binnen de provincie Drenthe voor de landbouw zijn:

  • Verduurzaming van bedrijven, met kansen via het  programma Toekomstgerichte Landbouw en de agenda Duurzame Melkveehouderij Drenthe

Hierbij wordt gedacht aan:

  • Het extensiveren van de bedrijfsvoering (meer beweiden, ontplooien van nevenactiviteiten of een ander bedrijfsmodel)
  • Innovatieve oplossingen (nieuw systeem, uitrijden of opslag van mest, luchtwassers, ander ruwvoer, robuuster gewas)
  • Verplaatsing van bedrijf naar een andere locatie (op basis van vrijwilligheid)
  • Aankoop- en/of bedrijfsbeëindiging